Model GSCT2626 PREMIUM
VERPLAATSBARE ZIJWANDEN MET ACHTERWAND

Afmetingen: B 8 x L 8 x H 4,0 m

Maximale windbelasting 80 km/u

Maximale sneeuwbelasting is 0,28 kPa

LIJST VAN ONDERDELEN

Fig. 1 Afmetingen van de structuur van het dierenverblijf

BELANGRIJK----- LEES EERST DE INSTRUCTIES

Een onjuiste voorbereiding, installatie en onderhoud kan de garantie doen vervallen en resulteren in een onnodige en dure fout.

Om de montage te vergemakkelijken, hebben we elk afzonderlijk onderdeel voorzien van de onderdeelcode in de onderdelenlijst. Maak uzelf vertrouwd met de onderdeelcodenummers en de tekening om een probleemloze montage te garanderen.

Als strooizout of andere sterk oxiderende stoffen onder de kap moeten worden opgeslagen, is het noodzakelijk deze in verzegelde big bags of onder een afdak te bewaren.

LEES DE INSTRUCTIES AANDACHTIG DOOR VOORDAT U TOT INSTALLATIE OVERGAAT,

ALS U BEZORGDHEID HEBT BEL +48604108143 of email:kontakt@inamiot.pl

Een video van onze dierenverblijven:

1. Controleer de inhoud van het pakket na het openen van de transportdoos. Controleer of alle tentonderdelen in de krat zitten.
2. Zet de tent niet op bij harde wind, in natte gebieden of op onstabiele grond. Controleer de weersvoorspelling.
3. Controleer de plaatselijke voorschriften en plan de locatie van de luifel zodanig dat de vereiste afstand tot elektrische, gas-, water- en andere kabels wordt aangehouden.
4. Als de tent op een weiland wordt geplaatst, moet de grond vlak en stabiel zijn en indien nodig worden verdicht.
5. Let op de schroefrichting. Monteer de bouten niet bovenop het frame van de tentconstructie waar het doek op komt te rusten, want dan beschadigt u het doek.
6. Plak alle buisverbindingen af met reparatietape (zilverkleurige tape) om het luifeldoek te beschermen.
7. Werk volgens de gezondheids- en veiligheidsvoorschriften. Zorg ervoor dat u zich tijdens de montage niet snijdt aan uw vingers met klemmen en buizen. Monteer met beschermende handschoenen, werkschoenen, enz.
8. Zorg ervoor dat u tijdens de montage aan alle kanten bij de tent kunt, zodat u kunt manoeuvreren met een vorkheftruck, telescooplader, takel enz.
9. Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door professioneel gekwalificeerde personen.
10. Houd het werkgebied schoon.
11. Gebruik geen scherp gereedschap dat in contact komt met het zeil.
12. Als u een afdekzeil in de winter monteert, moet het afdekzeil zelf voor montage 2 dagen worden opgeslagen in een ruimte met een minimumtemperatuur van + 10 C of hoger. Anders moet het afdekzeil worden opgeslagen in een ruimte met een minimumtemperatuur van + 10 C of hoger en bij deze temperatuur worden uitgespreid. Anders kunnen er knikken of scheuren in het zeil ontstaan.
13. De tent mag alleen worden opgebouwd uit de meegeleverde onderdelen. Wijzigingen, veranderingen etc. zijn niet toegestaan. Het is niet toegestaan om onderdelen van de tent te wijzigen, aan te passen etc. Bij veranderingen aan de onderdelen, vervanging van onderdelen vervalt de garantie.
14. Er mogen geen extra lasten aan de tentconstructie worden bevestigd. De constructie is alleen berekend op sneeuwbelasting, windbelasting en eigen gewicht.
15. Sneeuw moet onmiddellijk van het dak worden verwijderd.
16. Ook de zijwanden moeten sneeuwvrij worden gehouden, omdat daar lucht ontsnapt bij harde wind. De zijkanten van het zeil moeten sneeuwvrij worden gehouden, omdat daar lucht kan ontsnappen bij sterke wind.

BENODIGDHEDEN EN GEREEDSCHAP VOOR INSTALLATIE

1.Meetlint 2.Reparatietape (zilveren tape) 3. Krijt(marker) 4.Waterpas 5.Schroefsleutels 6.Trapladder 7.Hamer 8.Mes, schaar

INSTALLATIEPROCES

INSTALLATIE VAN VOETPLATEN

Fig. 2 Opstelling van grondplaten

1. Raadpleeg de tekening voor de plaatsing van de voetplaten (nr. 5L, 5R, 6). De gordingen nr. 7, 7A en 8 worden later gemonteerd. De maten zijn gegeven van hart tot hart van de voetplaten.
2. Zorg ervoor dat de voetplaten evenwijdig aan elkaar en haaks op de tegenoverliggende voetplaten worden geïnstalleerd. Bevestig de voetplaten bij montage op de grond met de meegeleverde pluggen (nr. 24).

Gebruik de pluggen als u de kast op een verharde ondergrond installeert. De pluggen moeten worden aangepast aan de ondergrond waarop de kast wordt gemonteerd.

HET FRAME INSTALLEREN

1. 1. Z
   2. oek 1 stuk gebogen dakpijp (nr. 1), 2 stukken gebogen zijwandpijp (nr. 2), 2 stukken zijwandpijp - poot (nr. 3), voor de voor- en achterkant is dit onderdeel nr. 3A.
   3. Installeer de eerste boog zoals weergegeven in afbeelding 3
   4. .

1. 1. V
   2. erbind de gebogen pijp voor de zijwand (nr. 2) en de pijp voor de zijwand - poot (nr. 3) met M10*75 schroeven (nr. 18)
   3. Monteer de andere bogen op dezelfde manier als de eerste boog.Opmerking. De bogen voor en achter zijn verschillend van de middelste bogen
   4. . Plaats de voorste boog in de hoekgrondplaten (nr. 5L en 5R) Gebruik touwen om de boog te stabiliseren en verticaal te houden. Monteer met schroeven (nr. 17).
      
      

1. 1. M
   2. onteer de eerste van de middelste bogen van de constructie op dezelfde manier.

      Fig.3 Montage van bogen

      Fig

      . 4 Montage van de framebogen.

F

1. 1. ig.5

   2. 
      
      
      
      
      
      
      
      
      
      Montage van gordingen en zijpanelen

   4. Zodra de eerste twee bogen in de voetplaten zitten, verbindt u ze onmiddellijk met gordingen (nr. 4) en zijpanelen (nr. 17) met bouten 18, 19, 21.
   5. Monteer de rest van de zijpanelen.
   6. Wikkelde verbindingen van de bogen

      in met

      reparatietape (zilver tape)

      Fig.6 Zet de verbindingen vast met reparatietape.

      
      
      
      F

      ig. 7 De zijpanelen van de delen 17, 17A, 17B installeren

   8. In
   10. stalleer de deurpijpen in het voorpaneel (nr. 9 en 10). Installeer vervolgens de latei (nr. 11).

1. 1. 
      
      
      V
   2. erbind met de voetplaten (nr. 7 en 8).
   3. Monteer het voorpaneel (nr. 17A) en de deur (nr. 17C).Fig.8 De voorpanelen en deuren monteren.
   5. Bevestig de voetplaten met pluggen.
   7. Monteer de buizen in het achterpaneel (nr. 12 en 13) Verbind met de voetplaten (nr. 7A
   8. )Monteer de achterpanelen (nr. 17B).

      

      Fig.9 Montage van achterpanelen.

      
      
      

B

• evestig de voetplaten met pluggen
• .Monteer de onderste spanbuizen (nr. 15) en de achterste (nr. 16)
• Monteer de dwarsbuizen die het zeil spannen.

Fig.10 Montage van de naspanningsbuizen van het zeil

Controleer nu de hele constructie op haaksheid en loodrechtheid, pas indien nodig de buizen en bouten aan.
Draai vervolgens de frames dienovereenkomstig vast. Draai de bouten NIET te vast aan zodat de ovale delen van het frame niet worden samengedrukt.

INSTALLATIE VAN DAK- EN ACHTERWANDZEIL

1. Om het dakzeil te monteren, heb je een paar mensen en een takel zoals een telescopische takel nodig. Let op: als je het dakzeil in de winter monteert, moet het voor montage worden verwarmd tot minimaal 10C. 10C. Monteer het gordijn niet op het frame bij harde wind.
   
   
   
   Controleer voor het spannen van het gordijn of de buisverbindingen goed zijn afgeplakt met reparatietape (zilverkleurige tape).

   

   Fig.11 Het gordijn over de luifel trekken.

   
   
   
   
2. Spreid de luifel uit aan één kant van de tent. Steek de stalen buizen (nr. 29) in de zakken van het zeil. Snijd kleine gaten in de zakken met de buizen en bind touwen in dit gebied. Plaats één persoon aan één touw. Gooi het touw over het tentframe en trek het zeil over het tentframe. Let op: trek het zeil gelijkmatig, voorzichtig en langzaam over het frame. Eén persoon moet binnen zijn en erop letten dat het zeil niet blijft haken aan de tentstructuur. Til het zeil zo nodig op. Als het zeil is opgespannen, bindt u het op de hoeken vast aan de structuur. Lijn het zeil naar voren en naar achteren en zijwaarts uit op de structuur.
3. Gebruik de transportogen om het zeil te spannen zoals aangegeven in de onderstaande diagrammen. Wees voorzichtig, er zitten een paar verschillende modellen riemspanners in de kit en riemen voor verschillende delen van de luifel.
4. 
   
   
   Doe een plastic hoes over de uiteinden van de spanbuis.

   

   Fig.12 Het dekzeil spannen.
   
   
   
   

   

   Fig.13 Het achterste dekzeil monteren.
   
   
5. Monteer het achterzeil (nr. 26) met het touw (nr. 27), dat door de ogen moet worden gehaald.
6. Netten monteren. Nadat het doek is opgerold, monteert u het zijwandnetdeel nr. 28 en het achterwandnetdeel (nr. 28A) met behulp van touwen.

Fig.14 Netten in elkaar zetten.

LET OP: LAAT DE DAKBEDEKKING in GEEN GEVAL los totdat de installatie en het vastzetten voltooid zijn.

Het proces is vrij eenvoudig. Maar er zijn enkele aanpassingen nodig om het dakzeil vlak en strak te krijgen.


Controleer de dakbedekking minstens één keer per maand.Bedieningshandleiding.